woensdag 25 april 2012

Les drama

LESDOEL
De lln. kunnen aan het einde van de les een toneelstukje spelen over de lente op basis van 3 gegevens; Wie, wat en waar.
ORIENTATIEFASE
Lees het verhaal 'Verschil moet er zijn' voor. (link naar het verhaal) Praat met de kinderen over het verhaal en vraag naar de hoofdpersonen. Vraag ook wat er in het verhaal gebeurde en waar het zich afspeelde. 
Vraag aan de lln. of zij nog een verhaal weten waar hoofdpersonen in voor komen en waar het zich afspeelde. Laat de lln. kort het verhaal vertellen.

UITVOERINGSFASE
Leg uit dat een toneelstukje altijd een wie, wat en waar bevat. Bij wie moet je denken aan welke personen zitten er in een toneelstukje. Bij wat moet je denken aan wat gebeurt er in het toneelstuk. En bij waar denk je aan de omgeving en waar het toneelstuk zich afspeelt.
Vertel dat de lln. ook een toneelstukje gaan maken waar de vragen wie, wat en waar in voorkomen. Dit toneelstukje moet gaan over de lente.
Bespreek de 3 vragen eerst samen met de hele klas. Laat de klas een aantal voorbeelden bij elke vraag bedenken en schrijf deze op het bord.
Verdeel de lln. in groepjes van 4 kinderen. Vertel dat de lln. dat ze 10 min hebben om te oefenen. Vertel de lln. dat ze het toneelstukje niet helemaal op hoeven te schrijven maar dat ze juist moeten gaan oefenen. Je kan de antwoorden op de wie, wat en waar vragen opschrijven en daarna gaan oefenen.
AFSLUITINGSFASE
Laat de lln. hun toneelstukjes na elkaar opvoeren. De andere lln. kijken goed naar de lln. die het toneelstukje opvoeren. Daarna vertellen ze wat het groepje als wie, wat en waar had bedacht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten