Deze tekening heb ik gemaakt in de tijd dat ik veel interesse had in prinsessen, ridders en kastelen.
De tekening is gemaakt in het begin van realisme en pseudo realistisch stadium (11 tot 13 jaar).
De begrippen die terug te vinden zijn:
- Eigen interesse : In die tijd had ik een tekenboekje met ridders, prinsessen en kastelen. Ik tekende er veel uit, dat is ook te zien in deze tekening.
- Idolen : Tijdens het tekenen ontsnapte ik uit de werkelijke wereld en verplaatste mezelf in de sprookjeswereld. In dat opzicht waren die poppetjes mijn idolen.
- Ruimte goed suggereren : Zoals te zien heb ik een horizon en een tent in de achtergrond getekend. Daardoor zit er veel diepte in de tekening.
- Effect van overdrijven : Het is een soort striptekening, daarbij wordt vaak overdreven. Het mannetje in het midden is veel te groot in vergelijking met de jongen links onder.
- Afsnijding : De jonkvrouw rechtsboven staat achter een soort wand, daardoor wordt diepte gecreëerd.
donderdag 22 maart 2012
Reuzenrad
Het reuzenrad heb ik zelf gemaakt toen ik ongeveer 12 jaar oud was. In die tijd was ik bij tekeningen veel bezig met mijn passer zoals je kan zien.
De tekening is gemaakt in het begin van realisme en pseudo realistisch stadium (11 tot 13 jaar).
De begrippen die terug te vinden zijn:
- Eigen interesse/hobby : Zoals eerder genoemd was ik in deze tijd veel bezig met de passer. Daarom heb ik wellicht de keuze gemaakt een bijna volledig rond object te tekenen, een reuzenrad.
- Zeer realistische weergave van object : Alleen het kettinkje van het onderste bakje staat open, dat getuigd ervan dat ik het reuzenrad zo precies mogelijk wilde weergeven.
- Aandacht voor constructie : Ik heb er duidelijk over nagedacht dat de bakjes en het rad zelf niet zomaar in de lucht kunnen hangen. Ook hangen de bakjes onder hun constructiepunt aan het rad, ik had dus besef van zwaartekracht. Ook het trappetje om uit te stappen valt op.
- Geometrische vormen/ terugkerende patronen : Er zijn veel cirkels gebruikt, die moesten helemaal goed zijn, daarvoor is dus een passer gebruikt.
De tekening is gemaakt in het begin van realisme en pseudo realistisch stadium (11 tot 13 jaar).
De begrippen die terug te vinden zijn:
- Eigen interesse/hobby : Zoals eerder genoemd was ik in deze tijd veel bezig met de passer. Daarom heb ik wellicht de keuze gemaakt een bijna volledig rond object te tekenen, een reuzenrad.
- Zeer realistische weergave van object : Alleen het kettinkje van het onderste bakje staat open, dat getuigd ervan dat ik het reuzenrad zo precies mogelijk wilde weergeven.
- Aandacht voor constructie : Ik heb er duidelijk over nagedacht dat de bakjes en het rad zelf niet zomaar in de lucht kunnen hangen. Ook hangen de bakjes onder hun constructiepunt aan het rad, ik had dus besef van zwaartekracht. Ook het trappetje om uit te stappen valt op.
- Geometrische vormen/ terugkerende patronen : Er zijn veel cirkels gebruikt, die moesten helemaal goed zijn, daarvoor is dus een passer gebruikt.
Dit ben ik
Deze tekening heb ik zelf gemaakt toen ik ongeveer 5 jaar oud was.
De tekening is gemaakt in de pre-schematische fase (4 tot 6 jaar oud).
De begrippen die terug te vinden zijn:
- Schema/herhaling : Dingen die ik rond die leeftijd waarschijnlijk altijd op dezelfde manier tekende. Dat is terug te zien in de handen en de bloemen.
- Kopbuikpoter : Dit poppetje is duidelijk gebaseerd op een hoofd en een buik waar ledematen aan vast zitten.
- Vorm uit delen opgebouwd : Tussen de verschillende onderdelen van de tekeningen is duidelijk geen verbinding. Je ziet een losse lucht, het poppetje, de bloemen en de tekst.
- Lucht : De lucht is als een aparte blauwe balk bovenin getekend, dat is typisch voor de pre-schematische fase. Zo te zien had ik nog geen geduld om de lucht helemaal in te kleuren.
- Contourgebruik : Er zijn alleen maar contouren getekend, nergens is ingekleurd.
- Vingers aan poppetjes : De vingers zijn duidelijk aanwezig in de tekening. Zoals te zien aan de ene hand 9 vingers en aan de andere 7, maar dat is nog helemaal niet van belang in deze fase.
woensdag 7 maart 2012
Domein Maken
Met de gemaakte grafische partituur gaan de kinderen nu zelf een liedje maken over de lente. Op de melodie van ''Ik neem je mee'' van Gers Pardoel. Ook moeten de kinderen letten op de lettergrepen in het liedje, ze moeten proberen net zo veel lettergrepen te hebben om het vloeiend te kunnen laten klinken.
Als dit klaar is kunnen sommige kinderen die het graag willen hun liedje aan de klas laten horen.
Voorbeeld van ons liedje:
Als dit klaar is kunnen sommige kinderen die het graag willen hun liedje aan de klas laten horen.
Voorbeeld van ons liedje:
't Zonnetje schijnt
't Zonnetje schijnt,
we gaan naar buiten toe.
't Zonnetje schijnt,
in de weide staat een koe.
De vogels zingen blij en ze leggen weer een ei.
We vinden het zo fijn op de kinderboerderij.
't Zonnetje schij-ij-ij-ij-ijnt,
't Zonnetje schij-ij-ij-ij-ij-ijnt.
't Zonnetje schij-ij-ij-ij-ijnt,
't Zonnetje schij-ij-ij-ij-ij-ijnt.
Domein Lezen en Noteren
Na het domein Luisteren gaan de kinderen aan de slag met de grafische partituur. We laten ons eigen voorbeeld zien en laten de muziek erbij horen. We leggen uit dat we lange streepjes voor woorden hebben gezet die lang zijn en korte streepjes bij woorden die maar kort gezongen worden. Ook laten we horen en zien hoe we verschillende tonen hebben aangegeven. Hoge toon, hoog streepje, lage toon, laag streepje.
Dan gaan we door met het Domein Maken
Dan gaan we door met het Domein Maken
Domein luisteren
We laten het refrein van het liedje van Gers Pardoel ''Ik neem je mee'' horen (niet zien) aan de kinderen.We geven ze de opdracht om op de tonen te letten, wanneer gaan ze omhoog en omlaag? Hoe lang duren de tonen? En hebben verschillende verschillende lettergrepen in een woord andere hoogtes? Als de kinderen hier op gelet hebben gaan we door met het noteren van de noten, met domein Lezen en Noteren.
Domein bewegen
De regendruppeldans uitgevoerd door kleuters.
Verhaal: Het is lente en het regent een beetje. Alle dieren uit het bos zijn uit hun winterslaap gekomen en gaan als eerst een hapje eten en drinken. Dan willen ze zich wassen. Een regendruppel valt op hun kop, dat komt goed uit! Daar gaan ze zich helemaal mee wassen.
De douchedruppeldans kan je uitvoeren van groep 1 t/m groep 4. Als leerkracht doe je alle bewegingen voor, de kinderen kunnen gelijk mee doen. Bij groep 1 en 2 is het vooral handig de dans meerdere keren te doen op verschillende momenten, zo raken de kinderen eraan gewend.
Door het inleidende verhaaltje spreekt de dans de kinderen aan. Ook leer je kinderen over lente.
Verhaal: Het is lente en het regent een beetje. Alle dieren uit het bos zijn uit hun winterslaap gekomen en gaan als eerst een hapje eten en drinken. Dan willen ze zich wassen. Een regendruppel valt op hun kop, dat komt goed uit! Daar gaan ze zich helemaal mee wassen.
De douchedruppeldans kan je uitvoeren van groep 1 t/m groep 4. Als leerkracht doe je alle bewegingen voor, de kinderen kunnen gelijk mee doen. Bij groep 1 en 2 is het vooral handig de dans meerdere keren te doen op verschillende momenten, zo raken de kinderen eraan gewend.
Door het inleidende verhaaltje spreekt de dans de kinderen aan. Ook leer je kinderen over lente.
Domein Zingen
Het Lentelied (De lente is weer in het land)
Tekst:
Dit liedje kan je aanleren aan groep 3,4 en5.
Het liedje past perfect bij het thema lente omdat het gaat de bleomen die in de lente weer opkomen en de vogels die weer vrolijk gaan fluiten.
Tekst:
De lente is weer in't land
Zie de bloemetjes aan de waterkant.
Hé, kijk! Daar vliegt een kanariepiet
"Twiet, twiet, twiet" zingt 'ie want
de lente is weer in't land
Zie de bloemetjes aan de waterkant.
Hé, kijk! Daar vliegt een kanariepiet
"Twiet, twiet, twiet" zingt 'ie want
de lente is weer in't land
Zie de bloemetjes aan de waterkant.
Hé, kijk! Daar vliegt een kanariepiet
"Twiet, twiet, twiet" zingt 'ie want...
Zie de bloemetjes aan de waterkant.
Hé, kijk! Daar vliegt een kanariepiet
"Twiet, twiet, twiet" zingt 'ie want
de lente is weer in't land
Zie de bloemetjes aan de waterkant.
Hé, kijk! Daar vliegt een kanariepiet
"Twiet, twiet, twiet" zingt 'ie want
de lente is weer in't land
Zie de bloemetjes aan de waterkant.
Hé, kijk! Daar vliegt een kanariepiet
"Twiet, twiet, twiet" zingt 'ie want...
Dit liedje kan je aanleren aan groep 3,4 en5.
Het liedje past perfect bij het thema lente omdat het gaat de bleomen die in de lente weer opkomen en de vogels die weer vrolijk gaan fluiten.
Abonneren op:
Posts (Atom)